In het verleden ontmoetten we in Portugal mijn zus en zwager. Dat waren heerlijke tijden, geen tijd voor heimwee, maar leven en laten leven. Zo ontmoetten we ene Fidelio. Wij kampeerden op een prachtige camping in Arganil. Wat hadden we het er goed, geen drukke camping, maar wel een luxe voor weinig geld. Portugal was in die jaren een goedkoop en warm/droog land, zodat mijn Anne er zich goed voelde.
Mijn zus en zwager kenden Portugal al, doordat ze er kennissen hadden wonen, maar meer zuidelijker.
Mijn zwager, altijd de vrolijke Frans, durfde de Portugezen met gemak aan te spreken en kwam van een wandeling terug met de boodschap: “We gaan vanavond op visite, we zijn uitgenodigd”. Mijn zus, helemaal niet zo’n type, wilde eigenlijk niet en ook mijn Anne had zo z’n bedenkingen, maar deze vrouw was laaiend enthousiast.
Wij op pad, de plaats was bereikbaar door een klein poortje tegenover de camping, de naam schiet me straks wel weer te binnen.
Op de deur van een huis stond FIDELIO (nogwat) en daar klopten we op de deur. We werden verwacht en werden naar beneden in de kelder geloodst. Een donker hok met in de hoek een kraan, verderop flessen wijn en een grote lange tafel. Daar stonden we omheen. Ik had oploskoffie mee genomen, wetend, dat het is Portugal heel duur was en daardoor een leuk kadootje zou zijn???
We kregen een kopje van dat oplosgoedje in een kopje dat met de vingers onder de kraan werd schoon gemaakt. Geen normale gewoonte van ons, maar kijk het maar door de vingers, we zijn in Portugal.
Ik had m’n woordenboek mee en zo kwamen we al lachend in gesprek en ook madam kwam bij ons in de kelder. De tafel waar we aan zaten, was een wankel geval, maar groot genoeg voor een feestje zoals dit.
Ik probeerde een Portugees liedje in te zetten, eentje van Amalia Rodriques en dat werd goed begrepen.
Onze Fidelio kwam met een levensgrote trom en sloeg met volle kracht een maat, onbekend, maar waarschijnlijk het liedje van Amalia. Wij jammerden naar hartenlust mee en er werd gepauzeerd. Een wijntje, zelf gebrouwen werd ons deel. En wel zo vies.......ik dronk het snel op om er van af te zijn. Mijn zus volgde m’n voorbeeld, maar dat hadden we beter niet kunnen doen. We werden opnieuw verrast met dat vreselijke goedje. Jonge wijn, werd het genoemd.
We werden er wel vrolijker en vrijer van en zongen als lijsters een lied, dat we werkelijk niet kenden, dus een gelal van hier tot ginder. Wat was dat leuk. Anne en m’n zus waren ook helemaal losgelaten types. Niet alleen dus mijn zwager en ikzelf waren een beetje/boel gek, maar alle vier en ook Fidelio en z’n madam vonden het geweldig. Als ie weer z’n oorverdovende dreun op de trom sloeg, klapten we onze handen warm.
Dat waren nog eens tijden. We moesten nog naar huis, pardon, naar de camping en liepen zingend die kant op met alvast weer een nieuwe ontmoeting voor de andere dag. Dat was achteraf iets teveel, dat hebben we maar niet gedaan.
We kwamen te laat op de camping, maar het werd door de vingers gezien, als we maar rustig waren. Met moeite is ons dat gelukt. Ik had dit verhaal nog graag met m’n zus en zwager willen delen, het was zo goed.
Het plaatsje heet Sarzedo. De foto hieronder toont een ander deel van Portugal, waar we ook samen met m’n familie kampeerden.
Mooie herinneringen.
eFVe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten