zondag 11 november 2018

Zaterdag

Na een angstige nacht staat Anne weer fris en fruitig op, behalve z’n gehoor. Hij schijnt per dag een deel te verliezen. Misschien extra smeer, maar het is weekend, ik kan ‘m nu niet helpen. Pas maandag kunnen we weer terecht.

Anne werd deze keer gewassen door Tsjerk, we kennen hem al een poosje. Handig, snel en aardig. Wat wil een mens nog meer. Na een kopje koffie is ie alweer verdwenen en moeten we samen verder van waar we gebleven waren, maar nu schoon en fris.

Vanavond kan de jeugd langskomen voor wat lekkers, nog net geen 11 november, maar op zondag schijn je in Assen niet te mogen lopen met de lampionnetjes.
Als de jeugd een beetje kien is, lopen ze drie dagen, maar...dan kom ik snoep tekort. Vanmiddag toch nog maar even bijkopen?

Ik ben blij, dat Anne niet ziek is geworden, het zag er gisteravond niet goed uit en dan is moeders wel ongerust.
Flinke meid zijn, de was hangt, de koffie geurt, we nemen ons tweede kopje en dan met iets erbij.
En als verrassing kwam onze zoon ‘s avonds met z’n gezin ons trakteren op snacks van cafetaria Jonkman, de favoriet van onze kleinzoon. Het smaakte uit de kunst en zelfs opa at een lekkere frikandel mee.
Onze Johanna hielp mij om Anne’s klok zonder alarm te krijgen.  Het vervelende is, het alarm liep iedere avond om 9 uur af. Dat wilde ik graag kwijt. Anne hoeft geen alarm en die klok is voor hem. Wat niemand lukte, lukte haar; we vroegen: ”Hoe heb je ‘m dat gelapt?” We kregen als antwoord: “Dat zou ik niet weten”. Maar toch !!!!! Ze heeft het ‘m geflikt.

Ikzelf heb een minuscuul wekkertje, maar daarvan kreeg ik het alarm niet op 8 uur. Wel dat hij midden in de nacht afging.
Maar ik MOET 8 uur opstaan, dus durf na 6 uur geen oog meer dichtdoen, bang om te laat wakker te worden.
Zelfs van dat kleine klokje is de alarmklok weer aanwezig en hij gaat nu precies af  om 8 uur 's-ochtends.
Bedankt Jo.
Inmiddels zondag....ik test m’n wekker, maar daar kon Anne niet op wachten en kwam zelfs de trap op. Ik zeg, het is zondag, ik wil graag douchen. Hij verstaat me niet, ik zeg het harder. Nog niet verstaan? Dan Brul ik: “IK-DOUCHEN".
Hij vindt het prima, maar niet heus.

Ik denk aan de onveiligheid als Anne wat gaat ondernemen en ga naar hem toe. Hij doet van alles wat niet klopt. Ik verbeter hem zonder woorden, hij verstaat me immers niet.
We eten een broodje, ik geef hem de pillen, die ik eerst voor de hele week voor ons beiden moet inbrengen in de doosjes. Anne is vol ONgeduld. Meestal was ik ‘m meteen, maar ik wil zo graag douchen, dus probeer dat nog eens te zeggen.

Vreselijk; hij reageert zo ongeduldig. Uiteindelijk zeg ik: “Kleed je maar aan”. En ga naar boven.
Het zit me niet lekker, ga weer naar hem toe en was ‘m toch. Hij lacht. Hij lacht nog harder en ik word steeds verdrietiger. Het is immers niet lollig.

Hij is klaar en ik vraag: “Mag ik nu douchen?”. Hij zegt:”Maar ik moet zo weg”. Dat was het dus. Nu moet ik echt naar boven, leg hem eerst uit op het keukenbord dat het ZONDAG is. “Dan heb ik me vergist”, zegt ie stralend.

Ik moet weg, jank m’n ogen uit. Boos of verdrietig? Beiden, maar niet op hem, wel op z’n ziekte.
Ik heb gedoucht en zal nu weer licht brengen in de trieste kamer met de screens voor de ramen. Ze zullen vol water zitten, het heeft veel geregend, dan zijn ze bijna niet omhoog te doen, maar....we/ik doen/doe m’n best.

Hoelang red ik het nog? Ik was echt over m’n kookwater.
Alles draait om hem, om z’n ziektes. Overdag en ‘s nachts. Maar het is ZONDAG, dit is de dag dat we niks hoeven, maar mijn Anne wist het niet meer. Was ie maar niet zo doof. Ik bereik ‘m amper.

En toen huilde ze weer.

eFVe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten