Mijn Pap, humoristisch als geen ander, maar ook onhandig als geen ander.
Hij was een schat van een man, goed voor z’n kinderen, maar echt handig was ie niet. Daar hadden we als kinderen geen last van, maar als ik terugdenk aan alleen al die ene keer? Dat was hilarisch.
Het begin.
Mijn Mam ging een weekje of een paar dagen ergens naartoe. Het kwam weinig voor, maar dan waren Pap en ik alleen thuis. Mijn zus woonde in Amsterdam, mijn broer in Rotterdam, maar m’n oudste zus woonde pal naast ons. Ik werkte op een kantoor en Pap was broodbezorger. We redden het samen best, maar voor het eten gingen we naar m’n zus. Een stap over het hekje was de enige moeilijkheidsgraad en haar gezin was erg leuk. Koken konden zij en haar man erg goed.
Mijn Pap, die eigenlijk thuis nooit iets ondernam, werd wakker en zag z’n kans waar. Hij wilde een legerkist van staal een kleurtje geven, ook tegen roest. Of het rode menie was of gewoon donkerrode verf, dat is me niet bij gebleven. Maar Pap trok zich terug en kalefaterde de legerkist op. Hij zorgde wel, dat de klus in één keer geklaard was en toen m’n zus Pap riep voor het eten....ik vergeet het nooit weer. M’n Pap was waarschijnlijk gekleurder dan de kist zelf.
We brulden van het lachen en mijn Pap met een onschuldig gezicht zei: “Ik heb m’n handen echt gewassen, alleen m’n shirt is wel wat vies”. Onze lach klonk nog verder dan de vorige. Zijn hoofd en haar was zo donkerrood, niet om aan te zien. Rode hond was er niks bij.
Zelfs mijn Pap kon het lachen niet laten.
Ik heb de kist geërfd en wil ‘m nooit meer kwijt. Die Pap, de kennis zat in z’n hoofd, maar beslist niet in z’n handen.
De foto is van de kist in ongeverfde staat.
Pap, als ik aan je denk, dan zou ik je willen knuffelen.
eFVe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten