Met wandelvriendin tevens buurvrouw er op uit. Het is koud, maar zonnig. Wij blijven de zon opzoeken, maar gaan tevens voor een boodschapje. Een pen voor m’n nieuwe telefoon. Als ik nu een woord wil intikken, kan ik geheid steeds weer verbeteren. Of ik ben niet snel genoeg, of ik doe het zelf fout en gaat de ondersteuning het woord verder verzinnen. Stom, stom, stom. Maar erg ver willen we er niet voor gaan wandelen, we moeten weer wennen.
We lopen en lopen en besluiten onderwijl twee winkels te bezoeken op zoek naar de gewenste pen. Mooi niet, bij eentje is ie uitverkocht, bij winkel nr. twee, nooit gehad. Bruna, de laatste mogelijkheid. Ja, daar is ie, maar kost me teveel. Bijna vijftien euro, ik ben gek zeg, mooi niet. Morgen maar naar Action.
Deze zou het mogen zijn. Morgen maar verder zoeken.
De terugreis gaan we weer via de zon, maar nu wel in de wind. We krijgen het zwaar en eentje van ons beiden moet zwaar uit de broek. Laat ie fijn zijn..... Wat doen we? Dit is wel even een heel andere boodschap.
Als de nood het hoogst is, komt de redding nabij. We zijn vlak bij een bejaardenhuis en zeker weten, zij hebben een toilet. Durven we dat? Jazeker, dat durven we, de nood is hoog. Er woont zelfs een kennis van één van ons beiden, maar om haar te gaan bezoeken louter om je ei kwijt te raken? Zeker niet. We beslissen te doen alsof we haar gaan bezoeken en zoeken de ingang. En raad eens wat, het kleine kamertje is pal naast de buitendeur.
Wel zitten er mensen in de hal ons te begluren, maar samen zijn we sterk en verdwijnen beiden achter de deur van bijzondere afgiften.
Ook nog gezellig daar, een muziekje maakt de wachttijd voor één van ons best aangenaam. We besluiten om daarna te doen, alsof we zoeken naar een bepaald iemand en stellen ons aan. Lezen alle namen en helaas, ze staat er niet bij.
Wat kun je al moeilijk doen en wat schamen we ons snel. Ieder mens moet toch op gezette tijd iets kunnen laten vallen in de juiste omgeving? We mompelen nog wat tegen elkaar en gaan door de buitendeur weer het gebouw verlaten.
“Het was ook nog niet eens de moeite waard”, zegt één van ons. Dus moeten we snel, want misschien komt er een vervolg.
Weer via de zon vervolgen we onze weg en ..... inderdaad is er haast geboden, de druk neemt wederom toe. Zonder verder een woord te zeggen, vervolgen we onze weg. Wat kun je het er moeilijk mee hebben. Dan is een hond wel gemakkelijker, even in het gras en een plastic zakje doet de rest.
We zijn thuis gekomen en gingen ieder ons weegs en kunnen nu zonder moeite ons ei kwijt en mogen zolang blijven zitten tot we een ons wegen.
Wie o wie van ons beiden had zo’n hoge nood? Voor iedereen een vraag en voor ons een weet.
eFVe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten