maandag 31 juli 2017

Monte Gordo - Portugal


Jaren en jaren reisden we met onze sleurhut achter de auto naar Portugal en vaak kwamen we dan ook in Monte Gordo. Een plaats aan zee, niet ver van de Spaanse grens vandaan.
De camping was goedkoop, zodoende troffen we daar de meeste Hollanders. Sommige bleven de hele winter op die camping. Dat zat er bij ons niet in.

Maar kennissen hadden we al gauw gemaakt. Ene Ali, ook wel Ali Super genoemd (naar winkels in Portugal) en haar lieve man Ruurd wisten veel dingen, die je in Monte Gordo kon beleven en vroegen ons mee uit. Uit ? Goed voor U. Wij onze mooiste kleding aan en gaan met die banaan.
Een mooi plekje (in een restaurant) waar een dansgroep zou optreden. Een prachtig zitje vooraan viel ons ten deel. Volksdansen. Prachtig, vooral ook de kleding.

Laten ze na enige tijd mensen uit het publiek vragen !!! Ik zat natuurlijk met de neus vooraan en was de klos.
Een mooi jong Portugees ventje, strak in ‘t vel, vroeg dit ouwe mens.
Na enige pasjes (gauw geleerd) kwam de werkelijke moeilijkheidsgraad. Als een tol in ‘t rond. Net als ik dacht, daar ga ik, sleurde hij me de andere kant op. ‘k Had m’n ogen dicht en ....’t ging goed. Zie je ‘t voor je?



Ik met m’n enorme achterwerk al huppelend, mijn voorgevel sprong danig mee, maar met aan m’n arm een pracht jongkerel !!!
Na afloop (thuis in de caravan) op bed, hoorde en voelde ik Anne lachen. Ik vroeg, waarom hij zo lachtte. “Jij zo huppelend, daar moet ik nog om lachen”, was z’n antwoord en lachte opnieuw onbedaarlijk.

Zulke dingen beleefden we in dat verre Portugal. Heb ik heimwee? Soms wel, maar wat we toen allemaal deden, zou me nu niet meer lukken.
Dit was in Monte Gordo. Ik beleef het even opnieuw.

eFVe

zondag 30 juli 2017

Herinneringen


Mijn oudste, nog in leven zijnde, zus is drieënnegentig  jaren jong. We, zij en ik, skypen geregeld en soms hebben we elkaar niet veel te vertellen, of soms is ze ook moe. Ook zijn er van die dagen, dat het me niet lukt en soms praten we lang en leuk en lief. Ze heeft zes kinderen en ook drie ervan skypen geregeld met haar. Deze drie wonen allen in buitenland. Maar vandaag was ik de enige tot nu toe.

‘t Was heerlijk haar over haar kinderen te horen vertellen, vooral over vroeger. Deze keer ging het over de twee, haar zoon en haar daarop volgende dochter. Haar zoon is op één na de oudste en deze zus komt vlak onder hem.

Ze zijn verhuisd van Leeuwarden naar Leusden en dat was wennen qua taal.
Zij kwam in gesprek met een meneer met een hondje en vroeg aan hem: “Biet tie oek??”. Plat Leeuwarders dus. Hij ontfermde zich over haar en legde uit, dat je in Leusden zo niet kon praten.
“Hoe dan??”, vroeg z’n zusje. Hij in z’n beste Nederlands: “Dan zeg je....bijt hij ook ??” “Oh”, zei z’n zusje. Terwijl mijn zus dit vertelde, genoot ze nog na.

Maar over Leeuwarden had ze nog iets te melden.
Ook toen haar enige zoon kleuren wilde leren kennen, liepen ze samen gezellig in/op de Bleeklaan en vroeg haar zoon: “Wat voor kleur is dat??”. Een gele auto passeerde. “Dat is geel”, zei mijn zus tegen het ventje. Maar daar was het nog niet klaar mee. Een andere auto passeerde en weer vroeg hij: “Wat voor kleur heeft die dan?”. “Dat is een rooie”, zei mijn zus, of misschien zei ze wel “rood”. Ik denk het laatste, want haar kinderen iets leren, daar was ze serieus in en haar zoontje was en is een leergierig knulletje, inmiddels een volwassen man.

Ook herinnerde ze zich nog, dat ik zwarte Piet was en bij hen aanbelde, maar meteen de deur open deed en haar naam riep. De kleine reageerde met: “Tachougje !!! “. Maar toen ik binnen kwam zei het kleine meiske: “Oh nee.....Pat Piet”. (zwarte Piet)

Ook dat mijn Pap, absoluut geen klusser, een hok aan het bouwen was. Hij zat in het hok en bouwde van binnenuit. Zegt me dat kleine ding: “Opa, ik fien dit een heel mooi hokje, maar kan opa daar wel weer uut komme? “. Nou...dat kon hij niet, ze moest oma erbij roepen voor een trapje. Ik hoor nog mijn Pap keihard lachen. Dat was zo’n geweldige humorvolle man.
We woonden toen naast elkaar, m’n zus met haar gezin en m’n ouders met hun jongste dochter, ik dus.

Inmiddels zijn beide kinderen al behoorlijk volwassen mensen en hebben heel wat bij geleerd. Maar dit wilde ik graag even delen. Zo leuk, ze is nog zo helder, die zus van mij. Het is een lust om met haar te skypen. Nu draaide het om de kinderen, maar ze kan nog over alles meepraten.
Herinneringen ophalen, zo leuk !!! Dankje Sietie.

eFVe

vrijdag 28 juli 2017

Teun, de hond


Kina heeft een logé, de hond van haar dochter. Nou...hond? Hondje is een beter woord. Ze wandelt dus dagelijks zo’n drie tot vier keer met hem en één keer per dag kuier ik mee. Teun kent me inmiddels en accepteert me, zoals ik ben.

Mooi langs de rand van de Vaart op het gras laten we hem genieten van alle geurtjes van de meisjeshonden. Teun kan z’n geluk niet op en als Kina niet zo streng was, stonden we nog langs de Vaart te wachten tot Teun de neus vol genoeg heeft en weer verder gaat.

Maar gisteravond kwamen we tijdens onze wandeling ook buren tegen. Een praatje is al snel gemaakt en babbelen we over het wel en wee om ons heen.

We nemen afscheid en komen langs een meneer, druk doende in z’n voortuin. Hij kijkt naar ons en zegt: “Zo .... de wandeling vervolgen? “ Kina zegt: “We werden opgehouden”. “Dat hoorde ik wel”, zegt de man en gaat verder met: “Dat geroddel ontging me niet”. Ik spring er bovenop en zeg: “Zullen we het even positief houden???”. “Ach”, zegt hij quasi vriendelijk, “je kent me toch”.

We lopen verder en ik vraag Kina ondertussen, of zij de man kent. Helemaal niet en ik ook niet.
Teun trekt zich nergens wat van aan en onze wandeling wordt vervolgd.
Het is een avond vol wandelaars en ook overburen komen we nog tegen en “roddelen” we geestig verder. Teun snuffelt waar hij kan en is blij met iedere onderbreking.

We komen nog een jongeman tegen met een KANJER van een hond, Kina maakt de riem superkort en houdt Teun in bedwang. De jongeman en zijn Kanjer lopen ons met de neus omhoog voorbij en ik laat me ontvallen: “Die hond negeert de onze”. “Ja”, hoor ik de jongeman nog zeggen en hij en z’n hond wandelen verder zonder ons een blik waardig te gunnen. Kina en ook ik opgelucht.

Tenslotte wandelen we een hele grote ronde en geen boos geblaf van Teun. Ik denk, hij had de avond van z’n leven. Wij ook, hij deed, waarvoor we gingen wandelen en ook wij waren tevreden met de wandeling van die avond.

eFVe

donderdag 27 juli 2017

Vertederend


Onze Buurvrouw is vandaag, zesentwintig juli, één jaar geleden overleden en dan denk ik al gauw, hoe gaat het me de Buurman? Ik vraag Anne vier Hortensia’s te plukken en hij komt met vier kleuren Hortensia’s terug. Zo mooi en Anne is trots. Het is vast zoeken geweest na die regenperiode, maar ze zijn prachtig.

Het is tien uur, voor ons koffietijd en ik ga naar de Buurman. De deur is nog op slot, maar hij komt er al snel aan. Ik geef hem de bloemen en zeg: “Voor jou, want het is een andere dag”. Hij snapt wat ik bedoel en kust me op beide wangen. “Fijn dat je eraan denkt”, zegt hij. Ik schiet vol, maar kan ‘m nog net vragen of ie komt koffiedrinken.

Ik heb het kunnen weten, hij heeft de koffie al op. Ik zeg: “Kom je dan even bij ons zitten? Dat kan ook “.
Hij wil liever thuis blijven, want er kan visite komen en/of er kan gebeld worden. Helemaal goed.
Wij drinken onze koffie, ik haal de was uit de machine en daar is de Buurman. “Hebben wij wat afgesproken?”, vraagt hij. Ik zeg: “Nee, maar je mag wel komen, heb je al telefoon gehad?”. “Nee”, is zijn antwoord. Hij wil liever niet komen. Ik zeg, dan ga ik met de was verder en hij verdwijnt weer naar huis.



Ik voel me zo akelig, zo’n dag is zo moeilijk, het eerste jaar......
Mag ik hopen, dat hij of bezoek of telefoon krijgt? Tuurlijk mag dat. Dat is voor vandaag mijn wens.
Zo sneu en vertederend, zo hij daar stond.

eFVe

woensdag 26 juli 2017

Plannen voor vanmiddag

De middag is daar, maar....het regent. We moeten onze plannen bijstellen. Op visite bij een ex-buurvrouw die haar bovenbeen heeft gebroken en aan het revalideren is.
Gewapend met een puzzelboekje willen we per bus en terug lopen, maar de regen verandert onze plannen en dus neemt Kina de auto en ik ga natuurlijk mee.

Parkeren bij het gebouw is niet mogelijk, daarvoor blijk je een of andere munt nodig te hebben. Vanwege de regen blijven we nog even in de auto, want parkeren voor de deur is niet mogelijk.
We bekijken wat we nog in voorraad hebben aan kleingeld en besluiten dan toch maar de auto iets verder te poten en hebben zodoende een uur om bij de buurvrouw op visite te gaan. 

Gevraagd waar ze is, op welke afdeling en via de trap beginnen we onze entree. Eerst natuurlijk verkeerd, het zal al een wonder zijn, dat we meteen de goeie afdeling hebben. Maar vragen staat vrij en zo komen we bij de patiënt. Haar dochter is er ook en......de ex-buurvrouw is blij ons te zien. 

Ze is daar alweer een aantal weken. Er was steeds wat, wat ons tegenhield om haar te bezoeken, het weer was te warm en er waren al die dingen die we moesten doen. Maar vandaag zijn we er klaar voor. Het puzzelboekje is helemaal goed gekozen en over en weer vertellen we, wat er zoal staat te gebeuren en waar we allemaal uiteindelijk mee bezig zijn. Ze is al 87 jaar en daarom moet ze de volgende zes weken daar nog blijven. We komen weer, dat is zeker. Het is een leuke visite en er wordt zelfs gelachen. Ik ken haar al héél lang en zij kent mij. Gezelligheid kent geen tijd. Gelukkig heeft ze geen pijn.

Maar...de tijd gaat snel en wij moeten weer naar de parkeerplek van de auto en in de lift drukken we op de goeie knop en komen bij afdeling BG. “Wat is BG ???”, vraagt Kina. “Begane Grond”, meld ik, dus zijn we goed. Maar dan begint het feest, welke kant op? Niet helemaal zeker stiefelen we een richting op, door de glazen deur langs mensen zittend onder een afdak. “Deze kant”, zegt Kina en ik geloof haar op haar woord. Maar ‘t was zo anders, we komen langs mooie tuintjes en het pad wordt steeds kleiner. Plots, HO.....we kunnen niet verder, dus...verkeerd. “Ojee”, roep ik, “ik moet piesen”. “Hou op”, zegt Kina, “ik ook”. Lachend keren we om en daar wordt het nog moeilijker van. 

Kreupelend en gebogen rennen we onze weg terug langs de mensen onder het afdak. We kijken beiden de andere kant op, want er zal vast wel commentaar komen. Achter elkaar langs de buitenkant, op zoek naar onze vriend, Kina haar auto. Gelukkig, die staat er nog. De rit naar huis is snel en zwijgzaam. Kina stopt voor haar huis en kan snel naar haar toilet. Mijn weg was iets langer, n.l. achterom. Ik loop door het huis, groet Anne en kom net op tijd bij ons toilet en hoor Kina al doortrekken. “Ik zit”, mompel ik.

Daarna heb ik pas aan Anne gevraagd hoe zijn middag was, thee gezet voor ons beiden en ben in m’n stoel gedoken.
Onze plannen zijn naar tevredenheid uitgevoerd.

eFVe

maandag 24 juli 2017

Zomaar een ontmoeting


Gisteravond gewandeld met de buurvrouw. Droog, lekker weer en de route???? Nou ja, we hebben alles in de omgeving al gehad.

Op de terugweg keert er plotseling een fietser om. Zegt de buurvrouw plagend: “Een vriend van jou???”. Ik kijk eens goed en met een: “Jazeker, dat is mijn vriend” sluit ik de zin. Het blijkt mijn Kapper te zijn van jaren her. 

Inmiddels laat ik m’n haar doen door z’n schoondochter, die de zaak heeft overgenomen. Maar.....hij is mij dus niet vergeten. We maakten allebei in het verleden een open-hart-operatie mee. Dat schept een band. In die tijd wandelde ik veel en zo kwam ik hem ook weleens tegen. 

Hij was verbaasd, toen we onze operaties bespraken, dat er nadien geen pijn meer gevoeld is. Prompt laat hij me het grote litteken zien, hup, de jas los en de kleding omhoog. Inwendig moet ik erg lachen. Midden in de stad voor de Hema. Zeg ik tegen hem: “Dat litteken van mij is niet kleiner, maar die laat ik jou echt niet zien, niet hier en eigenlijk nergens”. 

Ik moet erg lachen. Hij een klein beetje, maar de band tussen ons beiden is leuk gebleven. Soms ontmoeten we hem bij de Afhaal Chinees en praten over van alles. Hij is allang gepensioneerd en ook ik ben al op een aardige leeftijd beland, maar.....dit is leuk, zo’n ontmoeting.

Een poos liet ik me niet door hem knippen, mijn buurvrouw is immers Kapster. Ik schreef een kaart met Nieuwjaar en meldde het hoe en waarom. Stuurt ie een kaart terug: “Ik hoop, dat je buurvrouw snel verhuist”. Maar ze woont er nog steeds en toch ben ik weer te vinden in zijn Kapsalon, maar dan zonder hem als Kapper.

Hij vertrok weer op z’n fiets en mijn buurvrouw zei: “Wat een leuke man en nog knap ook”. Waarop ik antwoordde: “En hij is mijn vriend !!!! “

Elkaar af en toe tegenkomen???? Leuk !!!!
Een leuke ontmoeting dus.

eFVe

zondag 23 juli 2017

Zielepoot


Eigenlijk ben ik maar een zielig individu. Al mijn contacten heb ik via de computer. Er zijn heel innige bij, die koester ik. Maar al 55 jaar hier wonen en zo weinig voelbaar?

Af en toe een uitspatting, maar voor de rest, echte ontmoetingen hier in Assen?
Ho maar. Dan moet ik het zelf wel organiseren en daarin ben ik wat terughoudend.
Is het zelfmedelijden? Misschien wel, morgen weer een betere dag, soms ben ik zo en dat is vandaag.

Zelf heb ik mensen afgestoten, wel met een reden, maar als er dan niks meer uitkomt, zelfs niet meer af en toe heb ik niet de moed, m’n hand uit te steken, bang voor reacties, die ik niet aan kan.
Zo’n zielig hoopje mens ben ik nu geworden.

Froukje, kom op, steek de draak met jezelf en pak het weer op. De computer is jouw medium en daar maak je driftig/heftig gebruik van. Houden zo.

Zielepoot ???

eFVe