Zaterdagochtend kon ik wat langer blijven liggen, maar daarna moest ik weer volop aan de bak. Niet alleen Anne van boven wassen, nu ook van onderen. Door het vele zitten bij de Vierackers krijgt Anne plekjes in de bilnaad, denken de wasdame van ICare en ik. Ik had niet gedacht, dat het zou kunnen met dat tengere kontje, maar inmiddels weet ik beter. Zalf moest er komen. Ik mag niet weg, dus heb ik de familie v.d. Meulen benaderd en ja hoor, de zalf werd gehaald.
Stiekem had ik nog een wens en opperde die voorzichtig. Deze vrouw wilde graag kibbeling op brood, zou ... het ... kunnen, dat zij voor ons een portie konden kopen? Dat kon.
Wij genoten dus van onze portie kibbeling. Het viel vies tegen dat Anne er zo mee aan het knoeien was. Gewoon zonde. We zijn zo verschillend. Ik overleg altijd wel met hem en hij is wel zo lief, dat hij mij het genoegen van kibbeling gunt, maar hij eet het zelf met lange tanden. Niet meer doen, Froukje, je plaagt hem ermee.
Na een goeie nacht kwam ik wat later dan normaal uit bed, het was nog net geen negen uur. Héééérlijk. Alles gedaan wat mijn plichten zijn ten opzichte van Anne en dan in alle rust en vrijheid mezelf douchen en haren wassen.
Ik was heerlijk warm, ik kwam net uit het water, opeens ging de telefoon. Ik denk: “Ja doei, bel later nog maar eens”. Ik was net klaar met afdrogen, haren nog kletsnat en de telefoon ging opnieuw. Onze kleindochter, of ze om elf uur mocht komen. Zij? Komen? Altijd !!!. Ze was vlakbij aan het werk. Zij werkt, loopt stage en gaat naar school en dat allemaal in en voor de zorg.
Beneden gekomen heb ik koffie en thee gezet en daar kwam onze schat al aan. Ze had een verrassing voor mij.
Morgen moet ik voor een fietstest in het ziekenhuis. Ik regelde, dat onze zoon Ronald me kon brengen en dan zou ik terug lopen. Als het weer goed was, moest het kunnen lukken. In het verleden liep ik kilometers met m’n nu ex-buurvrouw. Maar...dat was wel een poos geleden. Niet kinderachtig zijn, Froukje, je doet het gewoon.
Toen kwam onze kleindochter en vertelde, dat ze me zou halen. Jeeeeeh, wat geweldig. Want na die fietstest lig ik misschien wel helemaal uit m’n voegen en dan is het fijn om wat gemakkelijker thuis te komen.
Mijn leven is zo gek nog niet, als ik maar om hulp vraag als het nodig is, maar ik heb het daar wat moeilijk mee. Voor Anne voelt dat anders. Ik ben nog jong en vlug? Helaas-pindakaas. Deze ouwe tang wordt steeds meer beperkt in doen en laten, terwijl ze af en toe denkt nog jong te zijn. Over en sluiten, Froukje.
Ik zie nu niet tegen de morgen op; ik kijk er zelfs naar uit, ook al zal ik bewijzen, dat m’n fietsen niets meer voorstelt. Ik train immers niet meer, koop wel een (bijna) nieuwe fiets, maar ze sjezen me allemaal voorbij, alsof ik stil sta.
Wen er maar aan, maar ik geef het niet op.
We hebben gewandeld, de wind geprobeerd te ontlopen, aten onze lunch en hier stopt mijn verhaal. Het is genoeg.
eFVe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten