dinsdag 5 februari 2019

Fietstest


Afbeeldingsresultaat voor poes op de fiets
Vandaag een fietstest moeten doen. Onze zoon Ronald bracht me er naartoe en kleindochter Anouk haalde me er weer vandaan.
Ik had kunnen lopen vanaf het ziekenhuis, maar dit was even fijner. Het weer was niet bepaald goed voor iemand, die zulke einden nooit meer loopt. Een kleine storm, zo voelde het.
Elf uur moest ik er zijn. Loop naar de afdeling en zie onze dochter Sonja daar zitten. Blij ga ik op haar af, tot dichtbij en zie tot m’n grote schrik dat het Sonja niet was. M’n ogen, wat slecht zijn ze geworden. Ik voel het iedere dag weer. Als ik heel snel was gaan rennen, had ik zo een wildvreemde vrouw kunnen gaan knuffelen. Zie je het voor je?
Maar ik zag het net op het nippertje, draaide me met een zwier om en deed of er niets aan de hand was, trok m’n jas uit en ging aan dezelfde tafel zitten.
Ik heb me er zelfs niet akelig door gevoeld. Er was ook geen tijd voor, want ik werd meteen opgeroepen.
Ik gaf nog aan, dat ik pas elf uur er moest zijn. De assistente draaide zich om naar mij en zei: “U bent er en ik ben er ook, kom binnen”.
Opslag was ik Sonja vergeten en maakte me klaar voor een tochtje van een half uur. Eerst allerlei metingen en daarna aan de monitor, denk ik. Weet ik veel.
Ik heb de assistente nog aangeboden achterop mee te gaan, maar ze raadde het me af. De tocht zou te zwaar worden.
Ik denk dat het al met al een half uur heeft geduurd. Steeds weer een meting en ietsje zwaarder trappen. Ik heb haar onderweg nog laten schrikken. Ging even van het zadel om weer wat naar achteren te gaan. Ik zag haar reageren met een schok, ze volgde alles per headphone. Ik gleed van het zadel af.
Of dat moeilijkheden veroorzaakt heeft, het zij zo.
Ben niet tot het uiterste gegaan, omdat ik weet, dat mijn hart op hol slaat, ik ‘m niet snel rustig kan krijgen. Nu liep alles weer goed terug, de bloeddruk zowel als m’n hartslag. Nadien wordt de bloeddruk en het hartritme weer gecontroleerd.
Goed gedaan? Goed bedacht, maar...of het me geholpen heeft?
Snel weer aangekleed en bij de uitgang van het ziekenhuis gaan zitten, wachtend op het bewuste telefoontje van Anouk.
Dat duurde niet lang. Daarna besefte ik, dat ik haar autonummer niet kende en binnen korte tijd reden er drie witte auto’s naar de ingang. Ik zie weinig, dus ...... zat even met de handen in het haar. Maar dichterbij gekomen zag ik iemand uitbundig zwaaien en wie kon dat anders zijn dan onze kleindochter Anouk. Ze was het. Ik blij, zij had op school een toets moeten maken en ook zij was tevreden. Bracht me thuis en moest gelijk weer op weg, nog iets voor school doen of nog een toets? Ik zwaaide tot ik haar niet meer zag.
Vanmiddag boodschappen gehaald en nu wachten op de uitslag van de test, dertien februari mag ik ‘m komen halen. Wie duimt er mee?
eFVe

maandag 4 februari 2019

Echte ZONdag

 
Afbeeldingsresultaat voor de zon op zondag
 
Vanmorgen wat langer mogen liggen, maar daarna weer volop aan de bak. Niet alleen Anne van boven wassen, nu ook van onderen. Door het vele zitten bij de Vierackers, zo denkt de wasdame van Icare en ik ook wel een beetje, krijgt Anne plekjes in de bilnaad. Ik had niet gedacht, dat het zou kunnen met dat tengere kontje, inmiddels weet ik beter. Zalf moest er komen. Ik mag niet weg, dus de fam. v.d. Meulen benaderd en ja hoor, de zalf werd gehaald.
Stiekem had ik nog een wens en duwde die in hun richting. Deze vrouw wilde graag kibbeling op brood, zou ... het ... kunnen, dat zij voor ons een portie konden kopen? En dat kon.
Wij genieten dus met en van onze portie kibbeling. Het viel vies tegen, Anne was er zo mee aan het knoeien. Gewoon zonde. We zijn zo ongelijk. Ik overleg altijd wel en hij is zo lief, dat hij mij het genoegen van kibbeling gunt, maar dan zelf met lange tanden eet, bij wijze van spreken. Niet weer doen, Froukje, je plaagt hem ermee.
Na een goeie nacht kwam ik later van bed, nog net geen negen uur. Héééérlijk. Alles gedaan, wat mijn plichten zijn ten opzichte van Anne en dan in alle rust en vrijheid mezelf douchen en haar wassen.
Heerlijk warm en kletsnat, ineens telefoon. Ik denk: “Ja doei, bel maar weer”. Ik was net klaar, maar nog kletsnat, de telefoon opnieuw. Onze kleindochter, of ze om elf uur mocht komen. Zij? Komen? Altijd !!!. Ze was vlakbij aan het werk. Zij werkt, loopt stage en gaat naar school en dat allemaal in en voor de zorg.
Beneden gekomen, koffie en thee gezet en daar kwam onze schat al aan. Ze had een verrassing voor mij.
Morgen moet ik voor een fietstest in het ziekenhuis. Ik regelde, dat onze zoon Ronald me kon brengen en dan zou ik terug lopen. Als het weer goed was, moest het kunnen lukken. In het verleden liep ik kilometers met m’n nu ex-buurvrouw. Maar...dat was wel een poos geleden. Niet kinderachtig zijn, Froukje, je doet het gewoon.
Toen kwam onze kleindochter en vertelde, dat ze me zou halen. Jeeeeeh, wat geweldig. Want na die fietstest lig ik misschien wel helemaal uit m’n voegen en dan kom ik even lekker gemakkelijk thuis?
Mijn leven is zo gek nog niet, als ik maar vraag, daar heb ik het vaak wat moeilijk mee. Voor Anne voelt dat anders. Ik ben nog jong en vlug???? Helaas-pindakaas. Deze ouwe tang wordt steeds meer beperkt in doen en laten en denkt af en toe nog jong te zijn. Over en uit, Froukje.
Ik zie nu niet tegen morgen aan/op, ik zie er naar uit, ook al zal ik bewijzen, dat m’n fietstest van nul en generlei waarde meer is. Ik train immers niet meer, koop wel een (bijna) nieuwe fiets, maar ze sjezen me allemaal voorbij, alsof ik stil sta.
Wen er maar aan, maar ik geef het niet op.
We hebben gewandeld, de wind geprobeerd te ontlopen, aten ons middagbroodje en hier stopt mijn verhaal. Het is genoeg.
eFVe

Zaterdag en ZONdag

Zaterdagochtend kon ik wat langer blijven liggen, maar daarna moest ik weer volop aan de bak. Niet alleen Anne van boven wassen, nu ook van onderen. Door het vele zitten bij de Vierackers krijgt Anne plekjes in de bilnaad, denken de wasdame van ICare en ik. Ik had niet gedacht, dat het zou kunnen met dat tengere kontje, maar inmiddels weet ik beter. Zalf moest er komen. Ik mag niet weg, dus heb ik de familie v.d. Meulen benaderd en ja hoor, de zalf werd gehaald.

Stiekem had ik nog een wens en opperde die voorzichtig. Deze vrouw wilde graag kibbeling op brood, zou ... het ... kunnen, dat zij voor ons een portie konden kopen? Dat kon.

Wij genoten dus van onze portie kibbeling. Het viel vies tegen dat Anne er zo mee aan het knoeien was. Gewoon zonde. We zijn zo verschillend. Ik overleg altijd wel met hem en hij is wel zo lief, dat hij mij het genoegen van kibbeling gunt, maar hij eet het zelf met lange tanden. Niet meer doen, Froukje, je plaagt hem ermee.


Na een goeie nacht kwam ik wat later dan normaal uit bed, het was nog net geen negen uur. Héééérlijk. Alles gedaan wat mijn plichten zijn ten opzichte van Anne en dan in alle rust en vrijheid mezelf douchen en haren wassen.

Ik was heerlijk warm, ik kwam net uit het water, opeens ging de telefoon. Ik denk: “Ja doei, bel later nog maar eens”. Ik was net klaar met afdrogen, haren nog kletsnat en de telefoon ging opnieuw. Onze kleindochter, of ze om elf uur mocht komen. Zij? Komen? Altijd !!!. Ze was vlakbij aan het werk. Zij werkt, loopt stage en gaat naar school en dat allemaal in en voor de zorg.

Beneden gekomen heb ik koffie en thee gezet en daar kwam onze schat al aan. Ze had een verrassing voor mij.

Morgen moet ik voor een fietstest in het ziekenhuis. Ik regelde, dat onze zoon Ronald me kon brengen en dan zou ik terug lopen. Als het weer goed was, moest het kunnen lukken. In het verleden liep ik kilometers met m’n nu ex-buurvrouw. Maar...dat was wel een poos geleden. Niet kinderachtig zijn, Froukje, je doet het gewoon.

Toen kwam onze kleindochter en vertelde, dat ze me zou halen. Jeeeeeh, wat geweldig. Want na die fietstest lig ik misschien wel helemaal uit m’n voegen en dan is het fijn om wat gemakkelijker thuis te komen.

Mijn leven is zo gek nog niet, als ik maar om hulp vraag als het nodig is, maar ik heb het daar wat moeilijk mee. Voor Anne voelt dat anders. Ik ben nog jong en vlug? Helaas-pindakaas. Deze ouwe tang wordt steeds meer beperkt in doen en laten, terwijl ze af en toe denkt nog jong te zijn. Over en sluiten, Froukje.

Ik zie nu niet tegen de morgen op; ik kijk er zelfs naar uit, ook al zal ik bewijzen, dat m’n fietsen niets meer voorstelt. Ik train immers niet meer, koop wel een (bijna) nieuwe fiets, maar ze sjezen me allemaal voorbij, alsof ik stil sta.

Wen er maar aan, maar ik geef het niet op.
We hebben gewandeld, de wind geprobeerd te ontlopen, aten onze lunch en hier stopt mijn verhaal. Het is genoeg.

eFVe

zondag 3 februari 2019

Relax


Vandaag is het zaterdag, dus echt weekend. Meestal wordt de vrijdag er al bijgerekend, maar vanaf zaterdag tellen vaak pas de vrije dagen. Wat een luxe, onze dagen zijn grotendeels vrije dagen, tenminste.... als ik de dag-besteding en de wasbeurten niet meereken. Dan staan we behoorlijk op tijd en dan zijn er toch al vijf dagen in gebruik.

Maar het woordje relax heeft toch nog wel invloed.
Voor mij voelt het zo bij de zondag en de donderdag, dat zijn de dagen dat we zonder hulp de dag doorkomen. Zo had ik het nooit ingeschat. Samen oud worden had voor mij een heel ander liedje mogen zijn. We doen het er mee, ik voel het als een moeten. Bij de trouwbelofte ga je akkoord met de zin: Tot de dood ons scheid. Zo was het in onze tijd en daar hebben we ons zonder klagen aan gehouden.

Nu heb ik geen klagen gehad. Zelfs met ziektes, we hadden het goed, ook al ziet het er nu wat somberder uit. Ik wil nog zoveel en dat is uit den boze.

Dan roep ik mezelf een halt toe en gebruik de zin: Relax, het is weekend. En laat het nu ook echt weekend zijn. Vandaag nog een wasdame over de vloer gehad en deze dame heeft ons adviezen verstrekt, waar we ons goed in kunnen vinden. Tiny is haar naam, ze mag er zijn. Nog bedankt Tiny.

eFVe

zaterdag 2 februari 2019

Veranderen


Hoe doe je dat? Meerdere malen schrijf ik in m’n verhalen de woorden MAAR, WANT en TOCH met zelfs een vraagteken achter die laatste. Wie kan mij melden hoe ik die woorden uit m’n systeem haal? 

Met schrijven kan ik het nog nalezen en veranderen, maar m’n praat-gewoontes? Hoe zit dat.
Vanmorgen, tegenover m’n dochter gezeten, geprobeerd. De ene maar en de andere want rolden van mij naar haar, waarop we weer onbedaarlijk zijn gaan lachen. En toch (daar heb je er weer één) zou ik het anders willen.

Bestaat er een cursus waarop ik dan met m’n 80+ nog kan leren? Blijven oefenen, oké, maar (???) ik praat te snel, gooi alles eruit, wat me overigens goed bevalt. Zodoende ga ik steeds weer de vernieling in.

Hoe haal ik dit uit m’n systeem?

eFVe

vrijdag 1 februari 2019

Zal het ooit wennen?

De start was weer buitengewoon raar en onecht. Daar maak ik geen woorden over vuil. Dat beleven we samen, Anne en ik. We gaan verder, daar waar het een beetje normaler is.
Het lijkt namelijk of iedere morgen na de wonderlijke nacht een nieuwe uitdaging is en vandaar wil ik pas melden, hoe het hier gaat.

We drinken koffie met wat erbij, praten over het weer. Een soort hobby van Anne. Ik bereid hem vast voor op de wandeling die gaat komen. Wel een beetje verzet, maar dat is gezond. Als ik vraag, wat de temperatuur zal zijn, spurt ie gelijk naar de schuur om daar te kunnen lezen, hoeveel graden het onder nul is. Deze keer maar eentje, dus vraag ik, of de wandeling alsnog kan doorgaan. Dat we voor koudere temperaturen niet terugdeinzen. Daar is ie het helemaal mee eens. 

Eerst een broodje eten, drinken erbij en meteen de stoute schoenen aan en de wind bekijken. Nu gaan we lopen? We overleggen en Anne is het met me eens. Wat doe ik het goed vandaag hé?
Langs de Vaart voor de wind en zo een stukje heerlijk wandelen, zelfs de bocht om voelt alles nog goed. Dan kies ik een achterommetje en Anne twijfelt, maar ik ga alvast. Hij komt me achterna en is tevreden, het voelt goed.

De hele straat doorgelopen en daarna? Het volgende achterommetje. Deze keer ietsje korter, want er is een belemmering. We gaan de weg op en trotseren de wind en de kou. Het is niet ver meer. We praten elkaar de kou door en komen thuis, tevreden en moe.
Goed gedaan Froukje? Ik ben tevreden, het is me weer gelukt.

Nu ga ik theezetten en proberen Anne rustig te krijgen want hij rent van huis naar de garage en weer terug. Als hij eenmaal actief is, moet je van goede huize komen hem weer op de stoel te krijgen. Overigens goeie bedoelingen. Mijn e-fiets moet opgeladen. Graag wil ik daar weer een rit mee maken, maar het moet verantwoord zijn. Dat kreng is zo zwaar als lood, dus de accu moet echt vol, anders kom ik er niet meer mee thuis.

Sleutels? Teveel. Anne weet het niet meer. Zoeken in alle hoeken, ik vraag om de nummers. Even opschrijven, Anne en dan controleren, maar Anne kan dat zo. Dat is dus niet gelukt, maar volgens hem kan de accu in de fiets blijven en zo aan de lading.

Deze dag zit er bijna weer op, zonder gemopper en allebei in een superstemming. Het begin vergeten we dan maar. Wennen zal dat nooit.

eFVe

donderdag 31 januari 2019

Steeds moeilijker

 
Vanmorgen ging het zo akelig. Ik heb zelfs de arts gebeld, maar net toen de assistente op nam, kon ik ophangen. Het was weer goed. Ik weet niet, of ik dit alle dagen voor de opvang red. Maar het is niet de bedoeling dat ik zeg, dat ie er niet naartoe hoeft. Er gaat zoveel fout en dan komt er weer die huilbui. Ik was er op voorbereid, maar wie wil z’n maatje zo zien huilen, zonder te weten, wat er aan scheelt.

Uiteindelijk kwam er een raar, onmogelijk verhaal, dus niet waar. Probeer maar eens het tegendeel te bewijzen. Ik had het idee, dat ie kapot ging aan de gedachte, dat ik ‘m niet geloofde.
Dan leg ik uit, dat het z’n ziekte is, die hem dan parten speelt en dat ie straks weer beter en helder kan denken.

Even rust in de tent, tot ineens het spinsel er weer is. Een grote vent of meid, die hem dan kan overtuigen dat het onzin is.
Het niet weghoeven gaf hem rust, eigenlijk wilde hij wel graag.

Heel voorzichtig meld ik, dat mocht hij niet meer naar de dag-besteding kunnen of willen, ik niet voor hem kan zorgen. Ik ben geen verpleegster en kan geen dingen oplossen. Dingen aanvechten die er niet zijn.

Dit laatste meen ik. Als Anne alle dagen thuis zou zijn en ik hem niet alleen mag/kan laten, is het onmogelijk hem thuis te houden. Dit soort moeilijke momenten? Ik ben er niet goed in, ik vind het zo erg voor hem.

Ik had nuchter naar het laboratorium gemoeten, maar dat werd onmogelijk. Om zelf staande te kunnen blijven, heb ik m’n mueslibroodje wel gegeten en ook de pillen en drinken tot me genomen. Ik neem even pauze en fiets daarna toch  naar het laboratorium van het ziekenhuis. Leg het uit en dan kunnen ze sommige testen door laten gaan. Er staan nogal wat op de lijst. Ik heb even mijn gezicht opnieuw gewassen om niet te tonen, dat ik gehuild heb.

Voor vandaag wil ik niet meer vertellen, dit stuk stopt hier. Ik kan nu echt niet alles prijsgeven. Misschien dat dat me later alsnog lukt.

eFVe

woensdag 30 januari 2019

De Grote Beurt op Dinsdag

 
Vandaag is het weer zover. Even afwachten wie er komt.
Rita kwam ons verrassen. De laatste keer dat ze er was,  was lang geleden. Het was nu weer ouderwets gezellig. Ze had gelukkig tijd voor koffie en zo wil de tijd wel snel gaan.

Anne is weer schoon,  wonderwel kan ik z’n onderbroek niet vinden. Zoekt en gij zult vinden?
Het hield me bezig, de onderbroek weg? Rara hoe kan dat?
Uiteindelijk in z’n bed gevonden. Hoe die er is gekomen is een raadsel, we maken ons er verder maar niet meer druk over, dat heb ik nu al voldoende gedaan.
 
De zon schijnt, misschien wil Anne nu al lopen? Het is een vraagje waard. De berichten zijn zo wisselend en nu is er zon.
 
Als extra een kleurplaat. Wie oh wie kleurt ‘m in?

De wandeling ging door. Deze dag loopt op rolletjes. Een half uur eerder opgestaan. Anne sliep nog toen ik kant en klaar beneden kwam. Alles daarna op ons dooie akkertje gedaan. Ik moet toegeven, dat voelt wel goed. Voor herhaling vatbaar.

Wat een weelde, een tevreden man, ik duim voor meerdere dagen. Hij tevreden, ik tevreden.
Lekkere lunch gehad. Anne is zelfs even in de voortuin geweest, oude bladeren weghalen. ‘t Is te koud, anders begon hij vast aan de voortuin. Het jeukt hem zo, die tuin ziet er niet uit. Ik heb al een adresje, maar het echte werk moet nog niet, dat moet nog even wachten. De oude bladeren zijn geruimd. Goed zo Anne. Een 10 en een griffel en een tuut van juf.

Ik dacht hier te kunnen stoppen, de goede momenten spatten er vanaf. Maar ik moet nog eentje toevoegen. De winden waaien om de rotsen en toch zijn wij nog even naar de brievenbus geweest. Onze dag kan niet meer stuk, samen nog wat druifjes verorberd en nu vind ik het genoeg voor vandaag. Anders wordt mijn verhaal een beetje klef. Het is zoals het is en deze dag springt eruit.

Ik heb gezegd.

eFVe

dinsdag 29 januari 2019

Meneertje Ongeduld


Het is maandag, Anne moet weg...Hij is de onrust zelve. Ik geef me gewonnen en zal de wekker een half uur eerder zetten, want dit gedoe kost me meer inspanning en stress, dan een half uurtje eerder opstaan.

He he, hij is weg. Het vervelende is, als Anne zo vroeg opstaat, moet ie ook lang wachten op het busje. Ik ben dan min of meer verplicht bij hem te zitten, anders kan hij z’n kont niet in de stoel houden en loopt van hot naar her.
En maar mopperen. Deze keer trouwens niet. Ik was niet zo spraakzaam en dat vindt hij niet normaal.

Ik ben zo blij deze ochtend dat hij naar de opvang gaat, zo blij was ik nog niet eerder. Ik word erg nerveus van zijn onrust. Dit ouwe mens raakt een beetje op, geloof ik. Vanmiddag ga ik snel de fiets pakken en dan is het: gaan met die banaan. Rust in de tent op dit moment. Ilona komt zo en dan hebben we het druk tot twaalf uur en dan pas ben ik aan de beurt.

Ilona komt binnen en treft een hyper-nerveus mens aan. In een paar zinnen leg ik haar uit, wat hier speelde; Ilona is een heerlijk mens en zegt: “Maar hij reageert gewoon als een kind”. Dat weet ik ook wel, maar het is zo’n groot klein kind. Hij maakt mij zo onzeker.

We gaan aan de slag en m’n hart wordt al wat rustiger, tik even een paar zinnen in voor verwerking en dan moet het over zijn. Wie is nu de patiënt? Anne of ikzelf? Beide op dit moment. Help, wie help mij...
Ik neem even pauze, zet koffie, laat het heerlijke goedje tot mij komen, teut gezellig met Ilona en het gevaar is geweken.
Samen een kopje koffie gedronken, Ilona heeft het voorraam schoon gemaakt en dingen opgeruimd. Dat is iets, dat vind ik zo moeilijk. Ilona is een kei. Het is nu erg kaal, maar wel mooi kaal.
We gaan zo ons tweede kopje koffie erin gooien en dan duurt het niet lang meer. Daarna verdwijnt Ilona, ik eet even wat en dan ... vrijheid blijheid.


Vogels, passend bij mijn naam. Vogelsang, weet je ‘t nog?
Ik wil een kroket, maar het is maandag en dan is de snackbar niet open. Tenminste, de snackbar in het winkelcentrum waar ik naar toe wil. Kloosterveste is mijn doel, maar eerst snel een boodschappenlijst maken en weg is dit mens. Héééééééérlijk er even uit.
Terug van weggeweest en inmiddels is Anne ook weer thuis. En deze keer met een prachtig kunstwerk. Hangt natuurlijk weer aan de wand, zodat iedereen er naar mag kijken. Vierackers, Vierackers, als ik jullie niet had.

Dit is voor nu m’n laatste zin. Tot morgen maar weer. Anne is blij en daarom ben ik het ook.

eFVe

maandag 28 januari 2019

Verdwenen Ritme

 
Ik moest ineens aan deze toen nog jongeman denken. Het ritme van de regen. Klopt als een bus. Bovendien deed hij alles voor Sonja en laat dat dan onze dochter zijn. Dat plaatje kochten we eens voor haar. Ze was nog superjong en hoorde haar naam, dat was feest.. Maar laat ik verder gaan met waar ik gebleven was.
 
Doordat de dagopvang op vrijdag niet doorging, raakte Anne helemaal in de war en wilde vandaag maar weer eens naar de opvang. Helaas voor hem, het is zondag, dus...vanwaar die haast?
Gisteravond nog de afspraak proberen te maken, dat ik mocht douchen, dus dat hij niet om 8 uur zijn opwachting zou maken.

Helemaal goed. Maar al vroeg stevende Anne vanmorgen de trap op, te vroeg zelfs voor normale dagen en dan op mijn vrije zondag. Ik kwam hem halfverwege tegemoet, vertelde voorzichtig welke dag het was en hoe vroeg het nog was. En wat zei die schat? “Sorry, ik was het vergeten, ik ga wel weer naar bed”. En dat deed hij. Ik kon de rust niet meer vinden, geloofde ook amper, dat ie echt weer in bed ging. Douchte me en ging naar hem toe. Hij sliep de slaap van de 7 schoonheden. Niet wakker te krijgen. Hoe jammer was dat?

Verder niks aan de hand, alleen is ie bar verkouden en dat WIL hij niet. Ik spuit hem zoutwaterspray in z’n neus en meteen gaat ie alweer aan de slag met snuiten.
Even weer moeten vertellen, dat zo’n spray even tijd moet hebben en als ie wil, mag hij dat de hele dag gebruiken.

We hebben de spray al tijden, hij wilde er absoluut niks mee. Ik had zelfs al eentje op reserve gekocht en ineens slaat het aan en is ie er blij mee.
Zo kom ik er wel achter, dat geduld een schone zaak is.
Het regent en ik moet zo nodig naar buiten, voel me zo opgesloten. Ik moest dit even kwijt hoor, dat helpt soms.
 

Is het niet geweldig? We hebben toch gewandeld. Wel veel plassen op het trottoir, maar geweldig is het wel. En...de rollator komt bijna droog over. Anne tilt hem over alle plassen en moet er soms zelf even door (de plassen). Ik moet in mezelf echt lachen om die man van mij.

We zijn er weer en de rollator wordt nog even goed afgedroogd, dan mag ie naar binnen. Daarna loopt Anne met natte schoenen door de keuken....hoe leuk kan het zijn. In ieder geval was de rollator destijds een geweldige koop.

We gaan laat aan de thee, maar beter laat dan nooit. Ik ben blij, ik hoop...Anne ook.

eFVe

zondag 27 januari 2019

Alweer weekend

 
Op zich een goed teken, dat het voelt, dat de tijd ons door de vingers glijdt. Onze belevenissen zijn schaars, dat had ik anders ingeschat, maar het zij zo.

Vanmorgen kwam (onze) Mirjam Anne verrassen. Ze is heel welkom, dronk hier een kopje thee, maar niet voordat ze Anne even helemaal onder handen nam. Zelfs z’n haar is gewassen.
Even leek hij volgens mij weer op die geleerde, ik ben z’n naam kwijt. Mirjam zag in hem allerlei figuren uit kinderseries, maar uiteindelijk is en blijft hij mijn Anne.
 

 
Ietsje minder haar, dan komt het plaatje in de buurt. Het viel me al eerder op, de gelijkenis.
 
De koffie smaakt goed en de krant brengt ons de nieuwtjes. Minder mooie, maar ook mooie, je moet het willen zien, natuurlijk.
 
 
Bij voorbeeld, voor ons begon het weekend best top. Onze jongste kleinzoon behaalde z’n 8ste diploma voor zijn zwemkunsten en wil doorgaan tot hij er 10 in z’n bezit heeft.
Niks moet, natuurlijk, maar alles mag. Zijn instelling is geweldig.
 
Je wilt het geloven of niet, we hebben een geweldige dag achter de knopen. Zelfs even gewandeld. Anne kijkt naar sport en ik maak de één na de andere puzzel, allemaal afkomstig van Sonja, dankjewel lieverd.

Ik besloot een paar weken geleden, niet meer uitbundig te koken op zaterdag. Maar dat is wennen, ik zit met de handen in het haar. Moet er toch wat leuks van maken, anders eindigt deze zaterdag niet zo ik zou willen. Nog ideeën?
 
 
Afbeeldingsresultaat voor salami worstAfbeeldingsresultaat voor lente-uiAfbeeldingsresultaat voor rode lange paprikaAfbeeldingsresultaat voor knoflookjesAfbeeldingsresultaat voor roma-tomaat
 
Ik heb nog een lekkere salamiworst. Die snij ik in stukken en bak ‘m met lente-uitjes en rode paprika. En dan op brood. Morgen weer gewoon koken, Froukje, daar ben je stukken beter in. Niet lekker? Gelukkig kan niemand z’n stem inbrengen en....ik doe, wat ik doe, en vraag niet waarom (liedje). Desnoods nog iets van knoflook erbij. Ook nog tomaat???

eFVe

zaterdag 26 januari 2019

Een slecht begin

Amper 24 uren later dan wat ik vertelde in “Een goed begin” en mijn mannetje ligt plat. Hij was vanaf 6 uur onrustig en dat is wel vaker zo. Dan gaat ie zich scheren om vooral op tijd klaar te zijn voor het busje.

Toen ik beneden kwam, was ie helemaal overstuur, wilde niet gewassen en alles was fout en pijn. Waar? Dat kwam er niet uit, maar toen ie ging huilen, raakte me dat heel erg.
Ik belde de arts. Over 2 uren weer bellen hoe het dan is. Ze weet, dat hij in de war kan zijn, dat weet ik ook. Maar meestal, als ik zeg: “Anne, dan moet ik echt de arts bellen”, veert ie overeind en is er niks aan de hand. Deze keer duidelijk niet. Maar...dan moet ik dat wel doen, de arts bellen.

Vandaag zou ik met m’n nicht en neef naar een bloemenhal. Planten kopen voor in een mand bij Anne’s raam. De vorige planten in pot schopte hij in z’n slaap omver en het is nu zo kaal. De frutseltjes die hij bij de Vierackers maakt, vullen nog niet de hele vensterbank en voor de zuurstof is een plant ook echt geen luxe.
M’n nicht en neef halen nu boodschappen. Onze kinderen werken en onze nicht en haar man zijn gepensioneerd. Ik ben zo blij, dat ze dit voor me willen doen. Het zijn schatten. Met hen zou ik deze dag besteden.
Anne lag plat, leek te slapen, wij dronken koffie, maar toen de familie vertrok om de boodschappen te doen, veerde Anne op en dronk met mij de rest van de koffie. Hij leest nu de krant en alles lijkt rustig. Geen vuiltje aan de lucht.
De boodschappen zijn binnen en betaald. M’n nicht en neef zijn weer naar huis en wij vervolgen de dag in alle rust. Anne is nog in pyama met daar overheen z’n broek en vest.
De arts is voor de tweede keer gebeld, ze hoeft niet te komen. Ik mag bellen, als er veranderingen optreden. Ik zie ze niet aankomen, dus verwacht, dat er in dat hoofd spinsels waren.
Thea, m’n nicht, denkt, dat ie wist, dat ik met hen weg zou gaan. Misschien wel, maar zou dat een reden kunnen zijn?
Wat wel erg raar was, de achterdeur was van het slot, ook de knippen. Ik heb toch maar even gevraagd, of hij zich herinnert, waarom dat zo is. Hij weet van niks. De sleutel moet dus wederom van plek veranderen, dit is te link. Zou hij naar buiten zijn geweest? Hij weet het werkelijk niet, misschien zou z’n gedrag van vanmorgen daarmee te verklaren zijn.
Een misse dag, moet kunnen. De Vierackers zijn op de hoogte gesteld en zien hem maandag weer komen. Ik hoop, dat ze gelijk krijgen. Even was ik de kluts kwijt, toen Anne vol overtuiging zei, dat alles fout zat en dat ie overal pijn had. Hij huilde zelfs. Angst, dat is de enige verklaring, daar laat ik het bij.
We hebben onze lunch gehad, heel normaal allemaal. Ik vraag of ie even wil liggen. Echt niet. Ik laat hem verder de dag maar vullen met wat hij wil.
Het sneeuwt heel zachtjes.
Zou het kunnen zijn, dat de laatste zin van m’n blog van gisteren hem angstig gemaakt heeft? De nacht was echt wel heel rustig. Als dat zo is, kan ik het me zelf nooit vergeven.
Op de normale tijd naar bed en na een goeie nacht rond ik dit verhaal af. ‘t Is goed 8 uur en beneden is nog alles in ruste.
eFVe

vrijdag 25 januari 2019

Een goed begin

Afbeeldingsresultaat voor een goed begin
 
Door onze gesprekken gisteren met de geriater en de neuroloog ben ik tot de conclusie gekomen, dat we het redelijk tot goed doen samen en we dus doorgaan tot het gaatje. Wat dat dan ook moge betekenen.

Gisteren dacht ik, dat mijn energie door de gesprekken gegroeid was, maar na een lange nacht - ik stond 3 kwartier later op dan normaal - kwam ik erachter, dat niets minder waar is. Bekaf, doodmoe waren we allebei.

Nu de schouders er weer onder en met een goed gevoel beginnen we waar we gebleven waren. Zelfs Anne heeft veel aan de gesprekken met beide specialisten gehad.

We zien wel, wanneer we weer uit de bocht vliegen, door gedrag wat niet te snappen is, maar vanaf nu heb ik toch wel weer energie. De goedkeuring van die hooggeleerde mensen heeft me goed gedaan. Ook het gevoel, dat ik het niet slecht doe. Hiep hiep hoera...

Deze dag laten we komen en gaan zo het loopt; ik neem geen beslissingen. Kalmte kan me redden?
Vandaag geloof ik erin.
 
Afbeeldingsresultaat voor een luie kat
 
Zo lui hoeft het nu ook weer niet, de bedoeling is ietsje anders. Wandelen zit er vandaag niet in, de kou is te bombastisch, of is dat geen goeie uitdrukking? Ik vond het wel wat hebben.
 
Aan tafel werden de problemen over eten besproken. Dat was even een felle discussie. Volgens Anne MOET hij z’n bordje leeg eten, ook al voelt hij, dat het problemen zal geven.
Ik moet er even wat over kwijt.

Onze kinderen waren geen grote eters en als ze een dag hun eten niet hoefden op te eten, was er de volgende dag protest, dat het dan wel weer moest. Toegeven kon echt niet. Het spreekwoord met de vinger geven en ze dan de hele hand nemen is hier van toepassing.

Maar...ook bij Anne werkt het zo. Daarin botsen we steeds weer en ik kan het niet goed winnen van hem. Ik wil ook graag, dat hij het met mee eens is, maar dat gaat niet lukken.
Of hij het niet snapt, of dat het niet wil snappen, wie zal het zeggen.
We zijn gestopt en een ander onderwerp aangeroerd.

Bij mij blijft het hangen en als ik besluit dit verhaal af te maken, ga ik eerst nog naar hem toe, kus hem en zeg, dat ik alleen maar m’n best doe, zodat ie niet afvalt. Hij lacht en zegt: “Dus niet minder eten?” Ik lach ook en zeg: “Zo is het !”
 
Afbeeldingsresultaat voor geen eetlust
 
Ik ben tevreden en hij blijft moeilijk doen. Dit probleem zal altijd tussen ons blijven staan. Ik roep hem nog na: “Of het kan je niks schelen, dat je wat eerder het hoekje omgaat?”. Anne lacht terug en geeft het op. Gemeen mens ben ik, hé?
 
Het goede nieuws...we hebben gewandeld en ‘s avonds kwamen Johanna, Ronald en Desmond op visite. Hoe mooi kan het leven zijn.

eFVe