Vanaf mijn vijfentwintigste jaar werd ik vriendin met een buurvrouw, ze was duidelijk een beetje ouder. Van haar heb ik erg veel geleerd. Ik was zwanger en wist nog lang niet alles.
Zij had al drie zonen, waarvan ook een tweeling. Twee heel ongelijke jongens.
Eentje daarvan hebben we altijd contact mee gehouden.
Mijn buurvrouw, tevens mijn vriendin, was een geweldige vrouw. Voor mijn gevoel had ze veel levenservaring en ik slurpte dat allemaal op. Zelfs vandaag aan de dag voel ik nog haar goede raad en beleef het ook.
Zij en ook haar man zijn al jaren niet meer onder ons, maar haar drie zonen doen het nog heel goed.
Eigenlijk weet ik het maar van eentje. Vanaf de eerste dag, dat we de flat gingen bewonen, hadden we gesprekjes met hem. Ik denk, dat ie toen zo’n jaar of tien was.
Onze dochter werd geboren en hij kwam met haar spelen.
Wij verhuisden naar een ander deel van Assen en leefden allen ons eigen leven. Ik ben geregeld op bezoek geweest bij m’n buurvrouw/vriendin. Ook zij waren inmiddels verhuisd, maar zij was niet uit huis te branden. De nodige dingen deed ze wel, maar een bezoek aan ons brengen werd wel het moeilijkste, wat je van haar kon vragen.
Onze zoon werd geboren en ook toen wist ik haar te vinden en genoot ze zichtbaar van ons kleine ventje. Haar zonen waren even niet in beeld, maar in gedachten was ik dat ene knulletje nooit vergeten. Van knulletje werd hij een knul en nog later een man.
Z’n vader en moeder zijn nog wel samen bij ons geweest, maar toen woonden ze weer dichterbij. Vooral als ik richting de stad ging, kwam ik er bijna voorbij.
Helaas is de man des huizes toen vrij plotseling overleden en is mijn vriendin opnieuw verhuisd. Een gemakkelijke woning en daar trof ik ook bijna iedere week de zoon van mijn favoriete vriendin/ex-buurvrouw. We waren elkaar niet vergeten. We hebben gepraat, gelachen en doordat wij te maken kregen met astma, een ernstige ziekte van mijn geliefde, gingen wij geregeld naar een land met een droog klimaat.
Ieder jaar opnieuw vakantie-vieren in Portugal. Met onze sleurhut achter de auto verdwenen we voor een poosje en in dat droge Portugal knapte mijn man behoorlijk op en schreef ik ieder jaar een compleet dagboek, wat ook mijn vriendin mocht lezen. Haar zoon kon er altijd erg van genieten.
Ook zij is niet meer onder ons, ik heb als aandenken haar lepeltje met de letter M mogen hebben. Haar zoon is nog steeds onze vriend. Hij verloor door een ernstige ziekte zijn vrouwtje. Zorgde voor haar tot haar laatste snik en is door de computer met mij gaan e-mailen. Niet dagelijks, maar soms. Juist vandaag zou er hun trouwdatum zijn.
Maar sinds ik me niet kan bedwingen en veel schrijf over m’n hebben en houden, krijgt ie dagelijks een e-mailtje met het verhaal van die dag. Soms gaan ze over nu, soms over vroeger en soms pure fantasie.
Dit stuk is de werkelijke waarheid. Een paar dagen geleden kwam onze vriend hier bij ons bezoek.
Het is en blijft een geweldige man. Nam om mij te verrassen een prachtige bos bloemen mee en voor mijn troela Belgische bonbons.
Ik moest er even wat over kwijt, het was weer heel gezellig.
Soms ontmoetten m’n buurvrouw van nu en ik hem in de bios, de film voor senioren en dan is er die knuffel, de welbekende knuffel van hem en mij. Wie wil dat nu niet?
Bovendien bracht hij in de pauze onze koffie met cake.
Als ik alle bezoekjes van hem aan ons eens op een rij kon zetten met alle prachtige bossen bloemen erbij, dan zou ik een bloemenwinkel kunnen openen.
Dank je Theo. Je zult eeuwig onze vriend blijven. Ik hoop nog acht jaren door te gaan met mijn leven en hoop dat jij daar een deel van blijft.
Vrienden voor het leven.
eFVe