Ik lees net een verhaal en ineens schiet me iets te binnen.
Ooit/eens logeerde ik bij m’n zus, maar niet bij haar thuis. We krampeerden in IJmuiden in een strandhuisje op palen. Mijn zwager had werk in de omgeving als bouwvakker en ik mocht komen logeren, zodat mijn zus niet al die tijd alleen in haar huisje met hun zoontje hoefde te zijn.
Dat was niet tegen dovenvrouw’s oren gezegd. Ik kwam maar al te graag bij haar. Iedere vakantie ging ik in hun richting en IJmuiden? Dat was helemaal een uitdaging.
Hun zoontje was een prachtig en leuk kind. In z’n rode trainingspakje veroverde hij de mensen om ons heen. Ik was dol op hem. Nog steeds wel een beetje, maar op een andere manier. Hij is nu zo groot en fors, daar zou ik bijna U tegen kunnen zeggen.
Het zand was zijn vriend, maar.....hij bouwde grote kastelen en groef diepe gaten en op een gegeven moment was ie z’n schoentje kwijt. Hoe we ook zochten en groeven, hij wees steeds weer een andere plek aan en z’n schoentje bleef foetsie. Mensen om ons heen zochten zelfs mee.
Sommige kinderen speelden om ons heen, maar groter dan ons ventje. Eentje wilde hem plagen en riep, terwijl hij deed of ie op hem schoot: “Pang pang”. Steeds weer opnieuw.
De reaktie van mijn neefje was zo leuk, hij riep keihard terug: “Ikke niet pang pang, ikke Eddy “.
De grotere jongens snapten er niks van en verdwenen zoekend naar een banger slachtoffer.
Ons ventje heette Gerrie, vandaar “ikke Eddy”, afkorting van Gerrit-Jan en hij heet nog steeds Gerrit-Jan. Toen een heerlijk knulletje van amper 2 jaar, je zou ‘m opeten.
Vlug als water was ie ook. Zo kwam het, dat we even niet keken en weg was ons ventje. Grote paniek en angsten stonden we uit en gingen ieder een kant op.
Ineens zag ik een rood traningspakje op de pier rennen. Ja hoor, dat was hem. Huilend nam ik ‘m in m’n armen en bracht ‘m naar m’n angstige zus. Dat ie de broek vol had en niet naar parfum rook, doet even niks ter zake, wat was ik blij, hij was er weer.
Een keer bracht mijn zwager een eter mee en dat was hardop denken, wat we zouden kunnen eten. Veel keus was er niet in dat deel van IJmuiden. We bakten er ook niet veel van, maar onze gast liet zich niet kennen en at gezellig met ons mee. Vergeten zal ik dit nooit, al die onzekere momenten vooraf.
Het was verder leuk in IJmuiden en ‘s avonds mochten m’n zus en ik samen zonder Gerrit-Jan een ronde doen. We liepen dan over het strand een zogenaamde strandwandeling en zagen, ondanks de intredende duisternis, kleding liggen en keken in de verte de zee in. We zagen niemand, maar hadden nog geen onwel gevoel. Dat kwam pas later, toen ons verteld werd, dat er iemand in zee was verdronken. Dat bracht een nare nasmaak. Ik denk, dat ik die smaak nooit echt kan vergeten en m’n zus vergeet dat ook vast niet.
Dit was ons krampeerweekje in IJmuiden. Wat zo leuk begon, eindigde met een nasmaak.
Maar Eddy heeft een fijne week gehad, zeker weten.
eFVe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten